Als je door het hekken aan het kerkhof van Dudzele , mijn geboortedorp , ging , kwam je uit op de woning van Gerard Gardin .
Op de tweede foto zie je de achterkant ...." DE DULLEN HOEK " . De derde foto is oud en gehavend . Het is een relikwie .
De beeltenis van het WITSLAG VAN  61


HET WITSLAG VAN 61....

 

In 1964 zette het noordoost-verbond  enkele  Dourdans op het vluchtprogramma .
Vader nam daar ook aan deel en ook daar schitterde het Witslag .
Hij won echter geen eerste meer, maar hij trad dan ook tegen het kruim van de halve fond spelers , uit de kuststreek , in de arena .
Niettemin won hij ook daar dikwijls in de eerste 10 , en een keer was het bijna raak ,
maar wegens het draaien  van een extra " ereronde "  verloor hij de eerste prijs tegen Van Parys uit Moerkerke op een paar seconden !
Hij heeft dat nu nog nooit gedaan ,  grolde vader en hij keek heel erg sip, want verliezen , daar kon hij niet goed tegen !
In de 2de helft van dat seizoen ging vader in de " Nieuwe Colibri " te Brugge spelen .
Hij keerde het Noordoost de rug toe , dit wegens een of andere onenigheid , de juiste toedracht ben ik vergeten .
Daar had hij af te rekenen met de meest gerenommeerde vitesse spelers uit de streek .
Ik wil jullie enkele namen niet onthouden : de gebroeders Meulebrouck , de Callants , Gerard en Julien D'hoest , René Vandecapelle, Andre en Raymond Jacobus  , Adolf VD Kerckhove enz.....
Op de 1de vlucht vloog het Witslag al de eerste en vader dacht al dat we terug vertrokken waren voor een nieuwe reeks overwinningen , maar tegen voornoemde mannen was het kwaad kersen eten !
Het zou duren tot met de sluiting vlucht vooraleer hij zijn 14de overwinning zou behalen !
In de winter van dat jaar zat vader iets uit te broeden .
Hij had mij reeds dikwijls het verhaal verteld over zijn broer " Menten " , nonkel Firmin , mijn peter , die reeds in de jaren 30 , het toen verboden weduwschapspel beoefende .
Zijn vrienden , de gebroeders Brackx , hadden dit systeem ontdekt ergens in de streek van Luik en het zou ook in Dudzele toegepast worden !
Mijn familie is er al altijd voor gekend geweest om vooruit te zijn in dat soort zaken ....!
Vissen , vogels vangen ,(spreeuwen ) stropen en pensejagen ( uit noodzaak wegens veel mondjes te vullen ) en mijn vader en zijn oudste broer hadden er het grootste plezier in iets te doen wat ze niet mochten doen , met andere woorden ,  bijvoorbeeld de " garde-chasse " om de tuin leiden !

Om dan bij winterdag , aan de Leuvense stoof , die legendarische verhalen te herkauwen .
Verhalen die ik als kind met rode oortjes beluisterde .
Ze hebben het mij allemaal geleerd . Hoe je bijvoorbeeld een verboden  " springnet "  kon installeren . 
Hoe je de spreeuwen kon lokken met half rotte appels en " kaantjes " ( afkomstig van het smout smelten ) gemengd met wat gemalen kempzaad .
Hoe je dan nagelbijtend vanuit het " ovenkot " de spreeuwen stond te tellen .
Tien , vijftien ...een kat springt over de afsluiting ....gedaan met tellen !! MILJAARDE !

Het was dus een afwegen . Om zo rendabel mogelijk te werk te gaan , want eenmaal het net toe getrokken was het een heel karwei om het weer operationeel te maken .
En voor 5 spreeuwen was dat echt de moeite niet !
Het duurde soms een halve voormiddag voor een respectabel aantal spreeuwen samen troepte op de lokplaats om uiteindelijk  het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen  .
En dan ? .....WAS HET KERMIS ! 
Dan hoorde je aan tafel alleen de geluiden van een smekkende , smakkende , peuzelende bende !  
( Als ik eens veel tijd heb ga ik daar eens verder over vertellen , over Kamiel Brauwers bijvoorbeeld , de veldwachter , vaders zwarte beest )
Dus ja ...Het verboden weduwschapspel was ook zoiets .
 Er werden daar grondige controles op uitgevoerd en al wie uitblonk op de prijskampen kreeg dus bezoek !
Maar mijn peter had er iets op gevonden , een variante !
Tegen dat de controleurs kwamen zat de duiver in kwestie met een groot jong !
Niets aan de hand. " Menten " beoefende het toegelaten nestspel , maar eigenlijk was het " weduwschap "  met een groot jong ,
en het werd nog wat gerekt door het jong in kwestie regelmatig te verkleinen .
Je moet er maar op komen !!!
En daarop zat vader, naast onze Leuvense stoof , die bewuste winter te broeden !
Men moet weten dat bijna iedereen in die tijd pas met lichtmis koppelde , wegens het accent op het spel met de oude duiven !
De eerste jonge duivenvluchten stonden pas rond half juni op het programma .
En toen zijn plannen vaste gestalte gekregen hadden ( zijn besluit stond reeds vast ) ging hij eens " tinten"  bij vriend Gerard Gardin om te horen wat die ervan dacht .
Wat was de bedoeling ?
Vroege jongen kweken en er weduwschap mee spelen !
" Allez jong , zijde zot ? "  vroeg Gerard aan vader " Vroege jongen , ge zijt daar niets mee , als ge een harde winter treft zult ge er meer dan de helft mogen van weggooien , die niet willen opgroeien en met de rest zult ge de broek van uw gat spelen . Ge zult het wel zien ! Zeg dat Gardin het gezegd heeft ! "
Gerard was dus tegen , dat was duidelijk en juist dat was voor vader de stimulans om er toch mee door te gaan , want hij was een echte " driekop "  ( stijfkop-koppigaard  ) zoals ze in Brugge zeggen .
( We hebben het van geen vreemde ! )
En dus togen wij opnieuw aan de slag met hamer en zaag !
Er zou een eind verder in de hof een nieuw (? ) hok opgetrokken worden en vader  schooide  links en rechts materiaal voor dat hok .
Van zijn baas kreeg hij een ganse remorque oude ramen en deuren , persoonlijk door Kamieltje thuis gebracht , en hij moet nog ergens aan oude treinbils geraakt zijn ook .
En met dat materiaal werd een hok opgetrokken van ongeveer 5 meter lang , verdeeld in 2/3 & 1/3 , en die ene derde zou dienen voor het experiment !
Eronder werd zelfs een volière voorzien voor de weduwduivinnen , Wat een luxe !

Rond die tijd liet vader mij meer en meer vrij spel op het duivenhok .
Ik wilde wel wat meer doen , dan het " vuile werk " en ondertussen was ik al goed " belezen " ook !
 En soms sloeg ik mijn " snabbel " in de conversatie ( ? ) in het duivenlokaal maar ik werd uitgelachen om de nieuwe theorieën die ik verkondigde en toen zei ik stilletjes in mijn eigen.....
" Wacht maar mannekens..... "
Vader had een broertje dood aan lezen . Hij was een man van de praktijk , en het gebeurde vaak dat hij mij vroeg om iets voor te lezen want dat was veel minder vermoeiend !!
In elk geval was ik baas op het kweekhok . Dat had ik beetje per beetje afgedwongen !
Ik herinner mij nog dat hij eens thuiskwam van zijn werk en sprak van de kwekers te koppelen dat ik zei " Die zijn al lang gekoppeld ! " 
Ik volgde toen vakschool en de woensdagnamiddag was ik vrij en ik kon aan de drang niet weerstaan !
Er was wel wat gekibbel over de samenstelling van de koppels , maar het viel eigenlijk  nogal mee .
Ik denk dat hij besefte dat ik niet eeuwig de rol van knecht op mij zou nemen , ik was immers de zoon van mijn vader , en voor ingewijden wil dat heel wat zeggen !!
En sinds die dag was ik dus baas op het  kweekkot , maar alleen daar hé !
En het was voor mij telkens een ongelooflijk genoegen om die nieuwe koppels samen te stellen met een herte vol verwachtingen en dat heb ik nog altijd .
Het heeft iets van een kermis , ontwaken uit een winterslaap , een vers duivenseizoen die wenkt in de verte .
 En als het koud is hoort daar een " druppel "  bij ( brandewijn van de gistfabriek ) en als het niet koud is vinden we wel iets uit
( bvb zeer in je tanden..want alcohol verdooft  )
Ik moet hier alleszins vermelden , en het is van belang dat te doen , dat wij in die winter ook een fameus ( nou ja ) cadeau kregen van vriend Gerard Gardin .
DE BONTEN VAN 54 ! die dat jaar nog op 10-jarige leeftijd een eerste prijs gewonnen had op Breteuil !
De Bonten van Gardin , de Impanis van mijn peter , en het Witslag van 61, zijn ongetwijfeld de drie beste duiven die ooit in ons dorp vlogen !
De Bonten heette oorspronkelijk " den Eernegem " .  Hij was bij Gerard als jong binnen gelopen afkomstig van een liefhebber uit Eernegem , vandaar ...
 maar omdat hij een zwart bonte was zei iedereen " De Bonten van Gardin "
Ik herinner mij nog heel goed dat wij samen met de Bonten een gele briefkaart er bij  kregen , afkomstig van die Eernegemse liefhebber , waarop verklaard werd dat Gerard die duif mocht houden
maar het eigenlijke  eigendomsbewijs werd nooit bekomen...
Ik was in mijn nopjes met die oude rakker , die tussen haakjes , nog nooit een treffelijk jong op de wereld gebracht had !
Ondanks het tegenpruttelen  van vader heb ik hem ondergebracht in een voliere , voor hem alleen , onder het weduwnaarshok , het vroegere kippenhok , dat overgebracht werd naar helemaal achteraan  in de hof .
Onthoud goed dat ik hem gekoppeld heb aan de nest zuster van het Witslag 61 ondanks het protest van vader , die het zonde vond , om die schone duivin aan dat " scharminkel " te koppelen .
Onthoud  ook dat ik toen reeds met vage plannen rondliep om mijn eigen baas te zijn ( op duivengebied , wel te verstaan )
In mijn hart was ik het min of meer eens met Gerard over die kwestie van die vroege jongen....
Ik had erover gelezen en wat volgens mij ( toen al ) vast stond , was , dat dergelijke jongen , zo intens en geforceerd gespeeld niets meer waard zouden zijn als oude duif !
Men moet weten dat toen nog het accent op het spel met de oude werd gelegd . De eerste schuchtere vluchten voor jonge duiven, vonden pas plaats midden juni !!
En onder het timmeren door probeerde ik dat aan vader zijn verstand te brengen , maar er was geen zalf aan te strijken !
“ Ge moet gij achter Gardin niet luisteren , hij peinst dat hij alles weet , maar ik ga het eens bewijzen , ge zult het wel zien ! “
Ondertussen hadden we nog maar één bruikbare duiver uit het Witslag 61 gekweekt , “ de Sproete “ , een heel mooie duif , maar hij had bijlange niet de capaciteiten van zijn vader , zo ongeveer het verschil tussen Eddy & Axel Merckx .
Nu , in elk geval , toen het serieus begon te winteren was het buitenwerk van het nieuwe hok zo goed als gedaan en wij waren naarstig bezig aan het kweken van de aanstaande bewoners .
En de Bonten , mijn lievelingsduif , kweekte in de voliere , terwijl het vroor dat het kraakte , 2 prachtige jongen op .
Een blauwe en een donkere met slechts één witte pen , de laatste .(de 10 de)
Toen de gespeende jongen enkele dagen op hun nieuw hok vertoefden moest Gardin toch eens komen kijken naar de jongen uit zijn Bonten .
Ik was er bij , met drie opeen geplakt in dat kleine hokje en ik zei “ die donkere zal de beste zijn ! “
De 2 Oude Belgen schudden meewarig het hoofd bij zoveel onkunde en het moet gezegd : De donkere had eigenlijk niet zo veel om fier op te zijn , behalve een prachtige vleugel , en voor de rest , slappe spieren , een flauwe rug  ( eigenlijk had hij geen rug ! ) en een fijne duivinnen-kop !
Maar hij had iets wat blijkbaar ik alleen zag , en dat was …… PERSOONLIJKHEID !
Ik had ze elke dag verzorgd en zien opgroeien en bestudeerd en ik was er van overtuigd dat die donkere witpen een heel goede zou worden .
wordt vervolgd 

Oorspronkelijk artikel geschreven 28 april 2004
Gepubliceerd in de DUIVENBODE - DE VRIJE DUIF  .
 herwerkt op 17/4/2007 en 29/01/2023 .
met vriendelijke groeten 
Roger Casier 

 

 

 

 

 

DE BONTEN VAN  GARDIN 

IN DE ARMEN VAN ONZE JONGSTE 

PATRICK 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb