BEELDEN UIT MIJN KINDERJAREN . DEEL II

Alvorens dit verhaal aan te vatten een woordje uitleg bij de foto's . Bovenaan mijn moeder en ik , met zicht op het straatje en onze hof .
Daaronder twee foto's van het huisje waar ik ben groot gebracht . Met op de eerste foto op de voorgrond  mijn grootmoeder met een van haar dochters , tante Fanny , officieel Pharailde  Casier , en op de tweede foto mijn pa met onze  jongste Patrick , op de achtergrond  nog eens het huisje met het duivenzolderke , verblijfplaats van wijlen de OUDE GESCHELPTEN .....
Onderaan rechts , mijn grootmoeder met haar oudste zoon Firmin en tante Alfhonsine . In deze collage ook de laatste foto , van deze uitzonderlijke vrouw , op haar ziekbed van anderhalf jaar . De zustertjes van het witgeel kruis kwamen haar dagelijks wassen .....

In een vorige aflevering vertelde ik over DE OUDE GESCHELPTEN  die de eerste prijs vloog op de dag van mijn plechtige communie ergens in mei 1959 .
Ik zou graag mijn verhaal verder zetten .

Wat deed vader tussen 1958 & 60 .?
Telkens het weekend werd , was hij onrustig of beter gezegd rusteloos !
Hoewel hij zelf geen duiven meer had , luisterde hij toch naar de berichten en ging hij de duiven opwachten bij Gerard Gardin of bij zijn broer en telkens als hij terugkwam was hij zwijgzaam , nors !
Zo was vader , zo heb ik hem gekend , een man die moeilijk zijn gevoelens kon uiten .
  Misschien dat hij niet altijd zo geweest was en misschien dat de tegenslagen hem zo gemaakt hadden . Dat kan !
 Met de jaren leer je elkaar aanvoelen en begrijpen zonder veel woorden en het moet zijn dat moeder hem beter kende dan ik ( ik was pas 13 ) want op een keer zei ze wat vader niet durfde uitspreken....
" Als je toch elke zondagmorgen weg bent , dan heb ik nog liever dat je zelf terug begint te spelen , met de duiven .
Dan zie ik je tenminste ! "
De braafste mens die ik ooit gekend heb , dat was mijn moeder . Ze heeft heel veel geduld gehad met haar " Oude Belg "
 en ze heeft hem heel graag gezien , maar dat verhaal , alhoewel gedeeltelijk verweven in het duivenverhaal , past hier nu niet .
Dat verhaal zal ik wel eens doen op een andere plaats in een andere context !
Gerard Gardin , nog zo'n figuur uit mijn jonge jaren . Over hem alleen al zou ik  een boek kunnen  schrijven !
Gerard was half boer – half kruidenier, zoals er wel meer waren in die tijd , die verscheidene stielen uitoefenden en  combineerden tot het nut van ’t algemeen , maar vooral voor zichzelf !
Zo was het regel dat een barbier ( coiffeur ) terzelfdertijd ook café hield , dus in die tijd was ” uw haar laten snijden “ één groot feest !
Gerard had een weide en een uitweg naast en achter onze doeninge en elke morgen en elke avond passeerde hij onze hof  die als het ware , overvloeide in de uitweg en de weide .
Alleen afgebakend door wat
armetierig prikkeldraad dat betere tijden gekend had !
Gerard passeerde daar met zijn varkens die gestald stonden in de kerkstraat en daar dus ook hun slaapplaats hadden .
Dat was ongeveer 200 meter van ons verwijderd, en die varkens zagen we dus elke morgen , de hoek van ons straatje ( de Truweelstraat ) inslaan, mooi in het gelid , gevolgd door de eigenaar en ’s avonds in omgekeerde volgorde !
Die beesten liepen elke dag , mooi in t gelid , op het trottoir naar huis toe .
Ze werden dat van jongs af aan geleerd !
Voorwaar een prachtig schouwspel !
Ik herinner mij vooral de vele genoeglijke babbels , het sociaal contact !
Gerard was een deel van ons leven ( en zijn varkens ook )
Hij en mijn vader hadden veel respect voor elkaar , dat kon je zo horen , het waren beiden geen gemakkelijke klanten  en als ze een pint gedronken hadden …….. Ze wisten van elkaar dat het BUIGEN of BARSTEN was als ze kwaad werden .
 Plooien kenden ze niet , vandaar het wederzijds respect……..
Gerards mesjes sneden langs alle kanten , d w z : Hij was een echte commerçant ,
Hij was welgesteld en wij arm en soms kon je wel iets van hem bekomen .
Hij verkocht ook duiveneten
en het was misschien wel niet zonder bijbedoelingen dat hij vader opnieuw tot het duivenspel overhaalde .
En vader zou een koppel eieren krijgen uit Gerard zijn “ poele 100 “ en er moest dus uitgekeken worden naar voedster ouders , en die kon hij gemakkelijk bekomen bij onze buur " de Felix " , die had niets anders dan “ slechte ” en kon er dus missen !
Rond dezelfde tijd kwam er een blauw duivinneke aangevlogen , eigendom van André Cardon , dat ondanks vele pogingen , om haar tot betere gevoelens te brengen , bij ons niet meer weg wilde !
Dat duifje was van het ras “ Miel
Persyn
(  nog zo  iemand die met respect behandeld werd , want Miel had hele goeie en was ook nog bestuurslid van de Westvlaamse duivenbond )
Ik denk dat ze verliefd was op onze “ Oude Geschelpten “ en daarom niet meer weg wilde !
In elk geval zijn ze een koppel geworden – en wat voor een koppel ! – En ze bleven samen tot de OUDE GESCHELPTEN  onvruchtbaar werd .
De Oude Geschelpten…….. toen hij een jaar of 8 werd kreeg hij het aan zijn poten , ik denk artrose , en hij mankte , of beter gezegd , hij waggelde als een eend !
Maar zijn vitaliteit was ongeschonden en zodoende werd hij een belangrijke stamvader !
Ondertussen kweten de voedster ouders zich ijverig van hun taak om het kroost van de “poele 100 “ op te brengen .
Twee jongen , een duiver en een duivin , het Witslag van 61 en zijn zuster “ zuster Witslag van  61 “ .
Het Witslag had uiteraard witte slagpennen  en zijn zus was een geschelpte zonder wit  ….
Onthou dat goed , beste lezer , toen de poele 100 werd wepel getrokken , want hij moest nog vliegen , kwam Gerard nog eens met 2 eitjes , die hij toch moest weggooien , en vader zei : “ Merci, Gerard maar ‘k zal er rap weer te veel hebben ! Ik moet ze niet meer hebben , maar toch bedankt zulle  ! “
Welnu, mijn vader, heeft zich dat heel zijn leven beklaagd en Gerard heeft hem later aan dat voorval dikwijls herinnerd !

Waarom ?

Omdat het Witslag van 61 een kampioen was , een crack zoals je maar eens in je leven tegen komt !

En Gerard heeft alles geringd en gehouden , wat daarna nog uit dat koppel kwam , maar nooit nog een evenknie van het Witslag gekweekt!
Vaststelling : je moet heel veel geluk hebben in de kweek en ik heb dikwijls ondervonden  in de praktijk en ook gelezen van anderen  , dat het soms in een heel klein hoekje zit .
In het geval van het wederoptreden van vader zat alles , maar dan ook alles  , mee !
Het onnozele duivenzoldertje , met de Boomse pannen , werd in twee verdeeld , om de jongen de kans te geven ongestoord hun eerste stappen in de buitenwereld te zetten .
Groot was het duivenbestand niet ! Een 4 – tal koppels kwekers en een jongske of 8 .
Dat was ons duivenbestand in de zomer van 1961 .
De start van , de achteraf gedoodverfde , “ Golden Sixties “ , onvergetelijke jaren !
en ook voor ons op duiven gebied !
Ik heb mij uitgesloofd om die jongskens deftig op te leren . Zelfs tot in Torhout met de fiets !
Een  uur heen en een uur terug ! Het Witslag kwam goed en had vader toen al een vermoeden ?
Ik weet het niet , maar ik heb hem meermaals horen zeggen : “ Dat wordt een hele goede ! “
Er zat ook nog een ander witslag tussen die jongen , een geschenk van landbouwer Camiel Dendooven uit Zuienkerke ,
 een gereputeerd fondspeler !
Ik herinner mij , toen vader met dat ander witslag thuis kwam , hij nogal serieus boven zijn theewater zat !
Camiel had het lang beloofde jong , op afspraak , meegebracht naar een of andere inkorving , kwestie van geen verloren afstanden af te leggen .
De transactie werd natuurlijk bezegeld met de nodige glazen bier , en omdat het toen ongeveer de tijd was van de “ Cuba – crisis “ , werd beslist , toen de stemming haar hoogtepunt bereikte , de aanwinst de naam mee te geven van “ Fidel “ naar zijn naamgenoot , hoofdrolspeler op het wereldtoneel ! En zo geschiedde , en het is “ Fidel “ gebleven !
Samen met de 2 wit slagers , hadden wij ook nog 2 zonen uit de “ OUDE GESCHELPTEN “ met de “Blauwe Persyn “ van 1960.
Een blauwe en een geschelpte .
En in de winter van 60 – 61 zou vader een “ weduwnaarshok “ bouwen , want we zouden eens deftig met de duiven gaan spelen !
Een groot probleem was dat het allemaal geen geld mocht kosten en bovendien was stedenbouw toen nog niet zo bemoeiziek als nu en was ongeveer alles toegestaan.
Dus werd een tuinhok in die tijd hoofdzakelijk gebouwd met gerecupereerd materiaal .
Mijn vader werkte in de bouw en werd steevast , als er een nieuwe werf opgestart werd , voorop gezonden om de werfkeet te bouwen ,
omdat hij daar goed in was !
Ook die “ barakke “ in het jargon zo genoemd , werd meestal gebouwd uit een samenraapsel van oude deuren en vensters .
Vaders bouwsels konden met gemak de zwaarste stormen doorstaan , en hij had in de loop der tijden dan ook enige ervaring opgedaan voor dergelijke klussen .
Het was meestal het vernuftig aanbrengen van de gepaste nagel , op de gepaste plaats  , dus kwam die ervaring goed van pas om een duivenhok te bouwen .
Het is eigenlijk spijtig dat die kunstwerken uit ons landschap verdwenen zijn , want denk nu niet , waarde lezer , dat ons geval een alleenstaand geval was !
Om een duivenhok te bouwen had vader slechts 5 gereedschappen nodig !
Een spade , een Sint Jozef zaag , een hamer , een tang, en een “ klauw pense “ ( koevoet )
Een meter en een waterpas waren overbodige luxe – artikelen !

 

Een plank in een opening passen ging als volgt : de plank werd voor de opening gehouden en op de gewenste lengte gemarkeerd met behulp van de nagel van de duim !
En daarna met veel zweet door gezaagd met een zaag die betere tijden gekend had !
Die plank diende dan als “ maat “ voor de volgende plank .
Die planken moest ik gaan uitzoeken in " de stal " en liefst ene die de maat zo dicht mogelijk benaderde .
Want een stuk afzagen van een plank die nog kon dienen voor een groter gat dat was " zonde Gods "
Ik was een kind en wist niet beter . Het werd er in gestampt !! Dat " profijtig " zijn draag je mee ....
Ik kan nog altijd moeilijk iets weggooien . Ik geef o zo graag iets nog een tweede leven ......  
En over de vindingrijkheid in het recycleren het volgende : In die tijd sliep men op een “ ressort bak “ omdat een waterbed nog niet uitgevonden was . Die ressorts waren spiraalvormige veren , gemaakt uit staaldraad van 5 mm dik , die veren begonnen na enkele jaren metaalmoeheid te vertonen en verstoorden het slaapcomfort .
Ik wil hier niet de verhalen vertellen over het  ambetante gepiep en gekraak dat hoorbaar was tijdens bepaalde activiteiten .....
Na lang gezaag , want dat was een serieuze uitgave , werd de “ ressort bak ” vervangen en de oude werd gewoon in brand gestoken .
Als het vuur dood was , werden de ressorts uit de asse geraapt en aan de kant gehouden voor andere toepassingen .
Een van die toepassingen waren de deurtjes , de tralies , van de nestbakken op het duivenhok .
Deurtjes die met veel vernuft en veel arbeid tot stand kwamen , immers de ressorts moesten op een stuk “ poutrelle “ gerecht worden en met een beitel op de gepaste lengte af gekapt worden .
Als oudste had ik het benijdenswaardig voorrecht om als meesterknecht te fungeren , zoals ik al zei “ Het mocht geen geld kosten ! "
Maar goed , Boven het kippenhok , dat later naar achter in de hof werd verwezen , werd een hok opgetrokken met 12 bakken , die ik nooit volzet heb geweten , wegens de harde selectie .
De ruwbouw gebeurde in het week-end en de binnen afwerking ’s avonds , na de dagtaak , in het schijnsel van een zaklamp ,
want een looplamp ( baladeuse ) ging ons budget te boven .
Ik moest gewapend met die zaklamp “ bij lichten “ en vaders handelingen volgen en de zaklamp daar richten ,  waar de handeling plaatsvond , zodoende moest ik voortdurend “ lichten “ in de nagelbak en vandaar met de zaklamp de nagel volgen naar de plaats waar hij in het hout werd geklopt .
Ik herinner mij maar al te goed , de oorvegen die ik moest incasseren , omdat mijn bewegingen , soms , niet overeenstemden met de zijne en hij daardoor soms op zijn vingers klopte met het gekende gevolg , meestal vergezeld van zoiets als “stomme uil ! “ of iets dergelijks .
Ik moet toegeven dat dergelijke conflicten nogal rap bijgelegd werden , in het belang van beiden  !
Kwam dus , na de lange koude winter , het voorjaar van 1962 , de langverwachte openingsvlucht en het Witslag dook als een schicht door het open venster om met klank de eerste prijs te winnen , en gedubbeld tegen de oude , eveneens !
Hij zou dat 5 zondagen na elkaar  doen ! En telkens stond gans de familie en gans het gebuurte de triomfantelijke terugkeer van het Witslag af te wachten ! Onvergetelijke momenten  !
Over zijn verdere loopbaan vertel ik volgende keer verder

Tot dan

 

Casier Roger

Ikke .....+/- 3 jaar oud ....

72 jaar geleden 

Dudzele  1950

Maak jouw eigen website met JouwWeb